Over de medewerkers van Het Bouwfonds

Verteller: Maurice Ferares. Maurice Ferares
Auteur: Frits Slicht Frits Slicht
Transvaalbuurt

Een drietal medewerkers van de Handwerkers Vriendenkring (HWV) m.b.t. Tugelaweg blokken.

Laing's Nekstraat.in juni 1937. Op de website van de Beeldbank worden zij als 'vervaardigers' genoemd: Arnoldus Ulricus Ingwersen (architect) en E.J. Kuipers (architect). Of zij de foto hebben gemaakt? Bron: Beeldbank, SAA.

Laing's Nekstraat.in juni 1937. Op de website van de Beeldbank worden zij als 'vervaardigers' genoemd: Arnoldus Ulricus Ingwersen (architect) en E.J. Kuipers (architect). Of zij de foto hebben gemaakt? Bron: Beeldbank, SAA.

Alle rechten voorbehouden

Inleiding Frits

Joseph Zodij, de woningopzichter, was bij de bewoners niet erg populair. Niet ondenkbaar is, dat het te maken had met het feit dat hij de huren moest innen. Dat er in geval van schulden en of wanbetalingen problemen ontstonden, lijkt logisch. Door de bewoners werd hij gezien als een onaangenaam persoon. Men was ook bang voor hem. Velen, vooral de oude vrouwtjes uit de buurt, stonden op maandag (betaaldag) met hun centjes in de hand op de hoek van de straat, bang als ze waren om hun huis uitgezet te worden.
Het is ook enkele keren voorgekomen dat bewoners verplicht moesten verhuizen of zelfs uit de woning gezet moesten worden. Ik ben een geval tegen gekomen waar een gezin zelfs werd overgeplaatst naar het Zeeburgerdorp.
Dat hij bemiddelde voor bewoners die in de financiële problemen zaten (bij de voorloper van de Sociale Dienst) of dat hij voor beddengoed zorgde, bleef helaas onzichtbaar.

Maurice aan het woord

Mijnheer Zodij had niet veel te vertellen. Eigenlijk was zijn enige taak het innen van de huur. Meer autoriteit bezat Samuel Hartog, die zat op het kantoor van Het Bouwfonds. Dat kantoortje zat in een pand dat oorspronkelijk bedoeld was als winkel, in de Laing’s Nekstraat 7. Samuel Hartog ging namelijk over de leningen, de voorschotten die door de HWV werden verstrekt. De vader van Maurice leende elk jaar ongeveer 25 gulden. Dat geld was bedoeld voor nieuw kleding, voor Maurice. Elke week werd er dan een bedrag van zeg maar zo’n 25 cent afbetaald.

Er is nog een derde persoon die bij de Tugelaweg blokken betrokken, dat was mijnheer Sanders. Die zat ook wel eens in dat kantoortje. Hij was eigenlijk de klusjesman van de buurt, hij deed allerhande reparatiewerk. Hij was een van de weinige niet-joodse medewerkers van de HWV. Die Sanders heeft een neefje van mij in huis genomen. Daardoor heeft deze jongen de oorlog overleefd. Hij woonde in 1940 met zijn ouders op de Tugelaweg 43 II.

Alle rechten voorbehouden

245 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe