Opgroeien in het Rode Dorp

Bora de Rijke Sweijd (1924) is geboren in Betondorp, haar ouders waren een van de eerste bewoners van het 'Rode Dorp'. Het gezin woonde achter de kapperszaak van haar vader: Jacob Sweijd

Betondorp

In het Betondorp woonden veel ambtenaren, onderwijzers en zoals dat toen genoemd werd 'bewust levende arbeiders'. Het heette niet voor niets het Rode Dorp

Broer_zussen Bora staat rechts op de foto. Links haar jongere broer Hans zittend en in het midden haar oudere zus.

Broer_zussen Bora staat rechts op de foto. Links haar jongere broer Hans zittend en in het midden haar oudere zus.

Alle rechten voorbehouden

Ik ben de middelste van drie kinderen. Ik heb een oudere zus, Esther. Ik had een tweelingzus die helaas is overleden toen ik drie jaar was. Mijn broer Hans is na de oorlog overleden.

In het Betondorp woonden veel ambtenaren, onderwijzers en zoals dat toen genoemd werd 'bewust levende arbeiders'. Het heette niet voor niets het Rode Dorp. 1 mei werd altijd uitbundig gevierd. Het zag er rood van de vlaggen. Maar ondanks dat mijn vader lid was van de Nederlandse sociaal-democratische Partij (SDAP) hing hij toch de vlag niet uit. Hij moest rekening houden met zijn klanten. Hij had een kapperszaak. Mijn vader voerde wel politieke gesprekken en elke week kwam er een krantje : Vrijheid, Arbeid, Brood, een strijdblad tegen communisme en fascisme. Mijn moeder was geabonneerd op het weekblad 'de Proletarische vrouw' dat veel belangrijke lectuur bracht voor arbeidersvrouwen. Zij was toen al lid van een leesclub waar vrouwen over van alles spraken.

Van de politieke situatie in de wereld wist ik in die tijd niet veel. Wel lagen er thuis brochures over de ontwikkelingen in Duitsland. Ik weet nog dat er veel mensen waren die op hun huisdeur een sticker hadden met de tekst "boycot alle Duitsche waar". Maar dat de oorlogsdreiging steeds sterker werd herinner ik mij niet.

Ik ben er trots op dat mijn ouders zichzelf hebben ontwikkeld en ook ons, de kinderen hebben gestimuleerd en laten ontwikkelen. Toen ik acht werd mocht ik op pianoles. Mijn leraar was een broer van Piet Heuwekemeijer, violist en directeur van het Concertgebouw orkest. In Betondorp was een Openbare bibliotheek met leeszaal waarvan wij al heel jong lid waren, we werden thuis gestimuleerd om veel te lezen.

We werden lid van de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC), een socialistische jeugdbeweging. Dat vond ik erg leuk. We zongen, deden aan volksdansen, wandelden en gingen kamperen. We hadden idealen en geloofden in een betere maatschappij voor iedereen. Een keer in de week hadden we 'hordeavond' bij iemand in Betondorp thuis en op zaterdag 'troepavond'. Ik droeg een blauwe blouse als uniform.

Ook woonden er kunstenaars zoals de schilder Leo Schatz en intellectuelen zoals de Van het Reves.
Mijn buurmeisje en vriendin was Rie van der Elsken. Haar vader had een moderne meubelzaak met moderne stoffen, meubelen en vloerbedekking op de Middenweg. Dat was voor die tijd al heel bijzonder. Voordat hij naar zijn werk ging werd hij elke dag door mijn vader geschoren. Haar broer Ed is later beroemd fotograaf geworden.

Alle rechten voorbehouden

1522 keer bekeken

Bekijk meer afbeeldingen

de proletarische vrouw

de proletarische vrouw

Alle rechten voorbehouden
Jo Haen - van Langen

Graanstraat 68 - Kapperszaak van J. Sweijd

Volgens informatie van C.J. van Daatselaar was de kapperszaak van J. Sweijd in de Graanstraat 68 (nu nr. 76). De kapsalon was er gevestigd van augustus 1925 tot april 1933.

Jo Haen

Graanstraat 76 (was nr. 68) - 2016 .<br />Foto: Jo Haen

Graanstraat 76 (was nr. 68) - 2016 .
Foto: Jo Haen

Alle rechten voorbehouden